Dingen.

. ALLES IS EEN RAADSEL

. EN IK WEET NOG NIET

. IN WAT VOOR VORM

. EN IN WELKE TAAL

. Spinvis

vrijdag 24 juni 2011

god, o god, wat een gedoe

“You can say I am a dreamer, manny people are. I hope one day you will join us, the world would live as one…”

En als dan na de absolute ramp dagen van hier voor na alle turbulentie alleen nog maar een doffe flat line over is, komt Father Bezel om de examens voor de rosary af te nemen. Ik heb besloten mijn hoofd te laten hangen, omdat het kan. Volgende week zondag kom ik weer mee naar Damongo. Hij reageert hier heel rustig op en zecht dat dat kan en mag. Wat een opluchting. Als ik vraag of ik de mensen hier dan niet beledig, zecht hij dat ik niet bang moet zijn dat ik de mensen dis-please, omdat ik anders ook mezelf dis-please. Dat het niet nodig is om mezelf te dis-pleasen. En dat is ook waar.

Maar dan komt er een motor aan gereden, en wonder boven wonder, dat is Father Francis. Suprise Suprise. Om te e-v-a-l-u-e-e-r-e-n. Aangezien hij ook wel kan zien aan mijn hoofd dat ik dat niet hier kan bespreken, neemt hij me even mee een weggetje richting de farm op. Eerst maar even een ritje. Of ik ook even wil rijden? Ja wel. Doet wonderen. Dus met hernieuwde kracht en positieviteit leg ik uit dat het een absoluute faal is, en dat ik het niet kan, dat ik niet weet wat ik met mezelf aan moet en dus. Dat. Punt.

En ook dat mijn eindeloze ontevredenheid met heeft uitgeput, en dat ik bang ben dat ik nooit meer gewoon een vrolijk meisje word zoals ik vroeger was, dat ik vroeger altijd blij was. Dat ik bang ben. Alles. Ik zeg het gewoon allemaal. 

Wat een opluchting.

Over dat hij me van mijn balans had geduwd met zijn gallon project, en dat ik daar nogsteeds niet het nut van zie, en dat ik daardoor geen goede start had, en dat ik hem dat kwalijk neem.

Wat een opluchting.

Maar hij vertelt me dat hij nooit had verwacht dat ik het langer dan een week zou volhouden. Dat hij er rekening met had gehouden dat ik de eerste drie dagen al weer terug zou zijn. Dat het voor iedereen moeilijk ik om in het dorp te wonen, ook voor de priesters die dat soms moeten doen. Dat zelfs een Ghanees uit Damongo het er waarschijnlijk niet zou volhouden.

Wat een opluchting.

Over god ook. We praten over god. Zoals altijd. Nou, zeg ik ik heb god niet buiten gesloten hoor. God heeft mij buiten gesloten. Kom maar op met die holy spirit, ik kan niet wachten tot die mij vervult. Hij zecht dat hij het meent, ik zeg dat ik het ook meen.

Die avond voelt als een nieuwe start. Alsof hij me opnieuw in het dorp heeft gebracht. Jeetje denk ik, zou dit het dan zijn, dat je god in je hart toe laat?? Ik zou het graag geloven. Dan komt er een liedje op de radio, over een meisje dat een dromer is. Ja denk ik, ik ben een dromer. En ik moet niet de veel denken.