Bij zoveel dingen die ik doe denk ik aan jullie.
Bij zoveel dingen die ik denk doe ik dingen met jullie.
Hoe het met jullie gaat, waar jullie gaan en waar jullie staan...
Of jullie je eigen boontjes doppen?
Of het goed gaat met school.
Of jullie wel blij zijn in Utrecht.
Of jullie je school af maken in Zwolle.
Of jullie ooit nog wel terug willen komen uit Antwerpen.
Of jullie misschien nieuwe vriedjes hebben.
Of jullie misschien zwanger zijn.
Of jullie wel in Nederland zijn als ik terug kom.
Soms denk ik aan Nick.
Hoe hij het in Nepal gehad moet hebben.
Wat hij daar zoal deed en hoe hij heeft rond gereisd.
Alleen.
Hoe hij het heeft gevonden om terug te komen.
En dat wij daar misschien niet zoveel aandacht voor hadden.
Wat er eigenlijk in hem om gaat.
En waar hij in vredesnaam mee bezig is.
Soms denk ik aan Michel.
Of hij nog wel naar school gaat.
En zijn groete wel eet.
Of hij misschien al een zaken man is.
Soms denk ik aan Meike.
Of ze al weg is.
Of misschien al terug is.
Hoe haar reis haar is bevallen,
En of ze eindelijk ook een keer trots is op zichzelf.
Soms denk ik ook aan Fleur.
Of ze mooie dingen maakt,
En sucsesvol straks op de HKU mijn senior is.
Of ze haar draai in Utrecht gevonden heeft,
Of dat ze misschien ook op reis gaat.
En Marijn...
Marijn die altijd verrast.
Of ze student is, zakenman of huisvrouw.
Nikki,
Die mij zo nieuwschierig maakt met haar geheimzinnige blogs.
De laatste bewonersop de veemarkt.
Alex, Lex, Anouk. Of jullie daar nog wonen, en of jullie blij zijn.
Of het huis nog niet is afgebrand.
Diana.
Met wat voor verhalen zij straks terug komt.
Patric en Carlijn.
Getrouwd. Jeetje.
Een koop huis.
Ik hoop dat alles nog net zo voorspoedig loopt als ik terug kom.
Om van Victor niet te spreken.
Iedere avond denk ik, morgen koop ik units.
Morgenavond bel ik jullie allemaal.
Maar ieder avond stel ik het uit.
Want wat als jullie mij zijn vergeten.
Al lang jullie leven verder leiden.
Of je telefoon niet op nemen.
En wat moet ik dan zeggen.
Mijn grootse sucses verhaal is hier nog niet compleet.
Nog niet af.
Nog niet zoals ik het wil.
Volgende maand ga ik het dorp in,
Zonder water, electriciteit, en out of coverage area.
Dan ben ik uit de wereld.
Voor die tijd.
Moet ik toch wel.
Iets.
Ghanese nummers beginnen met +233
Pagina's
Dingen.
. ALLES IS EEN RAADSEL
. EN IK WEET NOG NIET
. IN WAT VOOR VORM
. EN IN WELKE TAAL
. Spinvis
donderdag 28 april 2011
Over de muur.
En de vogels vliegen van oost naar west damongo. Ze worden niet neer geschoten en ook niet terug gevloten...
poging nummer 1.
Poging nummer 2.
De eerste kip heeft ons dus gefaald. Hij heeft ons zomaar verlaten, terwijl we nog wel zo goed vor hem zorgden. Hij We hadden hem een beetje vrijheid gegund, en hem dus los geknipt, en alleen een meter touw aan zn pootje gelaten. Maar hij is over de muur vertrokken, en stom als hij is heeft hij zich toen in een boom verhangen. De 2e kip hebben we dus maar strak vast geknoopt.
We hebben ze ovirgens allebei op gegeten. En het is ovirgens ook heel makkelijk om een kip te slachten. Begin dus maar alvast een paar vet te mesten, wat ik koop geen kip meer in de supermarkt!
Het is overgens wel een aanrader een goed scherp mes te gebruiken... Anders fladert dat beest de hele compound rond, en zit het bloed dus overal.
poging nummer 1.
Poging nummer 2.
De eerste kip heeft ons dus gefaald. Hij heeft ons zomaar verlaten, terwijl we nog wel zo goed vor hem zorgden. Hij We hadden hem een beetje vrijheid gegund, en hem dus los geknipt, en alleen een meter touw aan zn pootje gelaten. Maar hij is over de muur vertrokken, en stom als hij is heeft hij zich toen in een boom verhangen. De 2e kip hebben we dus maar strak vast geknoopt.
We hebben ze ovirgens allebei op gegeten. En het is ovirgens ook heel makkelijk om een kip te slachten. Begin dus maar alvast een paar vet te mesten, wat ik koop geen kip meer in de supermarkt!
Het is overgens wel een aanrader een goed scherp mes te gebruiken... Anders fladert dat beest de hele compound rond, en zit het bloed dus overal.
woensdag 27 april 2011
Energy
When the pouwer in Tamale was douwn, all the people plugged their gear in to mine, and stole my energy.
O jemig o jemig. Wat kun je je soms toch ellendig voelen. Dat er geen kracht meer in je lijf te vinden is, en je alleen nog maar een plek wilt om je neer te leggen. En dan niet om gewoon even tot rust te komen, maar zegmaar echt om je lijf neer te leggen, achter te laten, en dan gewoon weg te gaan. Maar soms heb je niet echt een plek om heen te gaan. Ik heb namelijk vandaag de keuze tussen Alhassan hotel met een zacht bed en lekker warm en Kpauwumo childrens home, een klein dorp, zonder water, met veel te veel kinderen, wederom een zacht mattras en nog veel warmer… Maar gelukkig mag ik in de winkel van onze islamitische vrienden slapen… Baba en co zijn namelijk schatjes.
En voor mijn vrienden van de Veemarkt 34: Wij dachten misschien dat we ziellig waren dat de stroom er soms af klapte, maar hier... Hier valt de stroom er regelmatig af. Voor een paar seconden of gewoon een hele middag, of twee. En donker is dan ook echt donker.
En voor mijn vrienden van de Veemarkt 34: Wij dachten misschien dat we ziellig waren dat de stroom er soms af klapte, maar hier... Hier valt de stroom er regelmatig af. Voor een paar seconden of gewoon een hele middag, of twee. En donker is dan ook echt donker.
dinsdag 26 april 2011
kpauwumo
Ik ben in training. Mijn huid is in training, om zwart te worden. Ik ben in training om met mijn handen te eten. Ik ben in training om niet te kauwen. Ik ben in training om te koken. Ik ben in training om te leeren dansen. Ik ben in training om de hitte te weerstaan. Ik ben in training om 20 kilo water op mijn hoofd te dragen. Ik ben in training om geduld te hebben. Ik ben in training om Chiefs van villages te groeten. Ik ben in training om contact met verlegen Ghanese vrouwen te maken.
Ik train me hier de heledag suf.
Maar de dingen waarin afrika mij het meeste traint, zijn eigenlijk heel europees. Zoals initiatief nemen. De leiding nemen. Mensen zeggen wat ik denk hoe ze het beter kunnen doen. Zeggen wat ik wil. Zorgen dat ik krijg wat ik wil.
Namelijk, als je hier niet een initiatief neemt, gebeurt er niets.
De dagen komen en gaan. Al het plastic en het vuil. Het waait rond en waait aan. De kippen en de geiten. Hun drollen naast mijn bed. Onze klamboe zijn we hier al lang verloren, laat staan dat we onze handen wassen voor het slapen gaan.
Aan het einde van de nacht kijk ik om me heen. Met een zilver grijze deken heeft het duister van de maan verloren. De maan en de sterren, ze wassen alles schoon. De wijdsheid van het land. De rust en de wind. Hier staat de tijd stil. Het heden is hier. Ik kijk naar de kinderen die op hun mat slapen. De hond die zich bij hun voeten neer legt. Dauwda die daar slaapt, en Amina die daar slaapt. En die iedere ochtend zo vroeg op staan.
We slapen deze dagen dus in Kpauwumo. Een klein weeshuis met 14 kinderen. Het is hier een ontzettende tyfus zooi, en de kinderen hangen maar wat rond. Amina, de vrouw van de eigenaar is de hele dag aan het koken, en Dauwda, de eigenaar is op zijn manier ook altijd met van alles bezig. Gister doen we een actieviteit, die alweer uitgesteld is.
Wat moet ik hier van denken, wat kan ik hier mee. De kinderen spelen en rennen, en ze gaan heus niet dood. Maar alles is hier zo smerig, en zo rommelig. Nergens is orde of regelmaat in. Er is hier geen prullenbak. Ze eten nooit samen aan tavel.
Ze krijgen hier les, en spreken vrij goed engels. Ze zijn heel goed gewend aan blanken. Maar waar leren deze kinderen hoe ze laten zelf een gezin kunnen stichten?
En voor je het weet vind je jezelf, aan de anderekant van de wereld door de bosjes struinen. Met je handen te graaien in andermans poep. Met je goede gedrach een wanhopige poging ondernemen. Wiens verandwoordelijk is het eigenlijk om dit god ganse land, en het hele continent schoon te maken? Want de Afrikanen hebben het plastik uitgevonden, maar het komt niet in hun belevingswereld voor dat al dat afval ook ergens heen moet. Het ligt daar toch prima... Wie heeft daar nu last van. Wat kan er nu schadelijk zijn aan een plastic zakje? Maar misschien kunnen we dan de paar vierkante meter rond het weeshuis schoon maken. En een paar kinderen een beetje besef bij brengen. Kunnen ze een bisquit verdiennen. Maar als ik uitleg dat de musquito's hun eitjes kunnen leggen in het water wat in het plastic blijft staan kijken ze me allemaal met grote ogen aan. En al ik vraag welke ziekte je van musquito bites kunt krijgen kijk ik hun met grote ogen aan. Het blijft angstvallig stil. En na afloop waaien de bisquit folies alweer in het rond.
Als je je afvraagt wat een drupel op de gloeiende plaat inhoud, nou dan denk ik dat ik het gevonden heb. De ene vrijwilliger na de andere, die hier de kinderen van links naar rechts komt slingeren. Om vervolgens zijn reis voort te zetten. Ik ben hier maar zo kort, en vraag me af, wat ik kan doen? Voor deze kinderen, in deze korte tijd. Is het misschien beter om ze in hun waarde te laten?
Ik ben dus ook in training, om te probeeren, en te tasten, en te voelen. En te falen. En te durven falen.
Te durven om te trainen. Hier is er tijd om te trainen te durven te trainen.
Ik train me hier de heledag suf.
Maar de dingen waarin afrika mij het meeste traint, zijn eigenlijk heel europees. Zoals initiatief nemen. De leiding nemen. Mensen zeggen wat ik denk hoe ze het beter kunnen doen. Zeggen wat ik wil. Zorgen dat ik krijg wat ik wil.
Namelijk, als je hier niet een initiatief neemt, gebeurt er niets.
De dagen komen en gaan. Al het plastic en het vuil. Het waait rond en waait aan. De kippen en de geiten. Hun drollen naast mijn bed. Onze klamboe zijn we hier al lang verloren, laat staan dat we onze handen wassen voor het slapen gaan.
Aan het einde van de nacht kijk ik om me heen. Met een zilver grijze deken heeft het duister van de maan verloren. De maan en de sterren, ze wassen alles schoon. De wijdsheid van het land. De rust en de wind. Hier staat de tijd stil. Het heden is hier. Ik kijk naar de kinderen die op hun mat slapen. De hond die zich bij hun voeten neer legt. Dauwda die daar slaapt, en Amina die daar slaapt. En die iedere ochtend zo vroeg op staan.
We slapen deze dagen dus in Kpauwumo. Een klein weeshuis met 14 kinderen. Het is hier een ontzettende tyfus zooi, en de kinderen hangen maar wat rond. Amina, de vrouw van de eigenaar is de hele dag aan het koken, en Dauwda, de eigenaar is op zijn manier ook altijd met van alles bezig. Gister doen we een actieviteit, die alweer uitgesteld is.
Wat moet ik hier van denken, wat kan ik hier mee. De kinderen spelen en rennen, en ze gaan heus niet dood. Maar alles is hier zo smerig, en zo rommelig. Nergens is orde of regelmaat in. Er is hier geen prullenbak. Ze eten nooit samen aan tavel.
Ze krijgen hier les, en spreken vrij goed engels. Ze zijn heel goed gewend aan blanken. Maar waar leren deze kinderen hoe ze laten zelf een gezin kunnen stichten?
En voor je het weet vind je jezelf, aan de anderekant van de wereld door de bosjes struinen. Met je handen te graaien in andermans poep. Met je goede gedrach een wanhopige poging ondernemen. Wiens verandwoordelijk is het eigenlijk om dit god ganse land, en het hele continent schoon te maken? Want de Afrikanen hebben het plastik uitgevonden, maar het komt niet in hun belevingswereld voor dat al dat afval ook ergens heen moet. Het ligt daar toch prima... Wie heeft daar nu last van. Wat kan er nu schadelijk zijn aan een plastic zakje? Maar misschien kunnen we dan de paar vierkante meter rond het weeshuis schoon maken. En een paar kinderen een beetje besef bij brengen. Kunnen ze een bisquit verdiennen. Maar als ik uitleg dat de musquito's hun eitjes kunnen leggen in het water wat in het plastic blijft staan kijken ze me allemaal met grote ogen aan. En al ik vraag welke ziekte je van musquito bites kunt krijgen kijk ik hun met grote ogen aan. Het blijft angstvallig stil. En na afloop waaien de bisquit folies alweer in het rond.
Als je je afvraagt wat een drupel op de gloeiende plaat inhoud, nou dan denk ik dat ik het gevonden heb. De ene vrijwilliger na de andere, die hier de kinderen van links naar rechts komt slingeren. Om vervolgens zijn reis voort te zetten. Ik ben hier maar zo kort, en vraag me af, wat ik kan doen? Voor deze kinderen, in deze korte tijd. Is het misschien beter om ze in hun waarde te laten?
Ik ben dus ook in training, om te probeeren, en te tasten, en te voelen. En te falen. En te durven falen.
Te durven om te trainen. Hier is er tijd om te trainen te durven te trainen.
maandag 25 april 2011
Dansles
O jezus.
Ik wilde echt dat ik in Afrika geboren was.
Het maakt me niet uit dat ik dan iedere dag 40 kilo water had moeten halen,
Maar dan kon ik in iedergeval die dierlijke bewegingen maken.
zondag 24 april 2011
Dansles
O god o god.
Al dit gutsende zwetende mannen vlees.
Al dit glanzend zwarte mannen vlees.
Dat kan toch niet goed zijn voor mijn gezondheid.
zaterdag 23 april 2011
woensdag 20 april 2011
zondag 17 april 2011
Tijd
Aan de oevers van de tijd, Keek ik om me heen, Ik wachtte aan de kant, Aan de oevers van de tijd, En alles ging voorbij, Verloor zijn naam, En spoelde aan, Aan de oevers van de tijd, Hing ik maar wat rond, In het zachte, dode licht, Van de vreemde grijze zon, Zocht ik naar die ene dag, Mei en Juli in een zomer, In een jaar... (spinvis)
Hier in Ghana gaat alles een tandje lager. Een tandje trager. Ongeduld en haast zijn hier bij het zondige om af, en een middag niets doen met vrienden en famillie word als reuze sociaal gezien. Wat maakt dat ik wel eens het gevoel heb dat de tijd door mijn vingers glipt, en er niets gebeurt.
Als ik aan het eind van mijn geduld op het muurtje klim, en een kind door de bush zie struinen rollen de tranen over mijn wangen. Dat kind, zo mooi. Ze is doof en stom. Ze heeft geen school, en ik betwijvel haar toekomst, maar ik bewonder haar ook. Ze doet wat zo mooi is, maar wat ik de afrikanen niet kan uitleggen. Ze streven hier allemaal op hun passieve manier naar de vooruitgang, maar ze begrijpen niet de schoonheid van... van ik weet niet wat.
Toen ik hier kwam, had ik niet een ongelovelijke cultuur shok. Ik heb ook nog niet ontzettend naar europa terug verlangd. Ik verlang alleen nog steeds zo ontzettend naar Afrika.
Ik ben vertrokken vanuit de logica dat ik een luxe probleem had, en dat dit op wonderbaarlijke wijze zou oplossen als ik trerug naar de basis van het bestaan zou gaan. Feit is eigenlijk dat ik hier nog een groter probleem heb met de luxe. We zijn namelijk van alle gemakken voorzien, toilet, douce, stromend water, er word voor ons gekookt ect.
En tuurlijk de bussen en alles, het gaat op zijn ghanees. Wij gaan ook fedge water bij de borehole, en eten met onze handen. Maar ik voel me af en toe nog steeds een buitenstaander. Van een mee leef ervaring naar een langs elkaar heen leef ervaring. Ik mis mijn zwarte broertjes en zusjes, en ik hoef geen bed voor mezelf. Ik mis ook mijn zwarte moeder, en dat we samen fufu pounden en al dat.
Maar gelukkig hebben we nu onze plannen gesmeed. Nu de nersery met vakantie is zijn we naar Tamale gereisd om daar 2 weken cursusen te volgend. Ik heb me er op vast gepind dat ik moet leren dansen, en durven dansen, en zweet me dus een ongeluk. In tamale is veel te beleven en daar genieten we van. We hebben aardige vrienden gemaakt en ook Celina een andere nederlandse meid hangt hier rond. We slapen in een weeshuis in een klein dorp vlak bij supporten hun zo een beetje met wat geld en eten. Dit dorp is erg klein en drinkt van "the damb" ofwel moder poel, en dit betekend voor ons dus ook een goede planning op gebied van water management.
Maar wat me werkelijk ongeduldig maakt, waar ik naar uitkijk en niet op kan wachten, is dat father francis ons in een van de remote villages gaat plaatsen, in een gastgezin, om daar mee te leven met de mensen.
Zo zie je maar weer, geduld is een schone zaak.
Of ik jesus al gevonden heb?
You see, I’m from the bush.
My village is very remote.
And that's also why my religion is a dutch traditional religion…
Kijk, voor alle duidelijkheid, wij wonen hier dus bij de vaders.
Katholieke vaders.
Priesters.
Echte priesters, met witte jurken die iedere ochtend om 4 uur op staan om naar de mis te gaan. De mis te doen. Die de belofte hebben af gelegd niet te trouwen, en hun leven te wijden aan de zorg van anderen. Als jullie soms dachten dat de spirituele discussies op de veemarkt ver gingen, dan zal ik je zeggen, het kan nog veel heftiger. Wat dat betreft valt alles te bespreken, en ze zijn best open. Maar aan het einde van de dag zijn het wel priesters. Maar vader Francis is er van overtuigd dat ik al christelijk ben, omdat mijn principes zo zijn. Dat ik alleen de bijbel nog niet gelezen heb. Maar ik ben er nog niet over uit. Ovirgens is hij zowizo van mening dat iedereen in de zelfde god gelooft, maar dat god voor ieder volk een eigen manier van geloof geschapen heeft. Wat past bij hun omgeving en kennis.
Maar aan het einde van de dag proberen ze je toch de bijbel te laten lezen, en je te overtuigen van het christendom. En dat is maar goed ook, het zijn uiteindelijk priesters.
Toen ik naar Ghana kwam dacht ik vast het geloof te vinden, of dichter tot het geloof te komen. Maar ik voel me er alleen maar verder van af. Het gaat me ontzettend tegenstaan. Al die nederigheid en zondigheid. Neen, het past me niet.
Wat ik wel heel bewonderens waardig vind is hoe de moslims en de christenen en zelfs de traditionelen samen leven. Ik weet niet of Wilders wel eens in Ghana is geweest, maar dat zou hij eens moetten doen. Het zou hem bevrijden van een hele hoop negatieve gedachten.
Ghanezen in het algemeen denken namelijk dat er maar een god is, en dat je die via verschillende geloven kunt aanbidden. Natuurlijk vinden ze hun eigen geloof het beste, maar ze veroodelen de ander niet zo zeer. Het is ook heel goed mogelijk om, bijvoorbeeld als je trouwt van geloof te wisselen. Of gewoon op vrijdag naar de moskee te gaan, en op zondag naar de kerk. Lekker, 2 rust dagen.
Wat er hier niet in gaat, is niet geloven. Hoe je het ook wend of keert, er moet een schepper zijn, anders ben je wel heel dom, en verloren ook. Ze zijn dan echt verward, wat moet er van haar worden.
Maar voorals nog voel ik me het meeste aangetrokken tot mijn eigen levens filosofie. Mijn hollandse moderne traditionele reliegie.Daar houd ik het op.
vrijdag 15 april 2011
The nursery
Ouher father,
Who at in heaven,
Hello be thy name,
Thy will be done on earth,
As it is in heaven,
Give us this day,
Ouher daily bread,
And forgive us ouher thsrespasses
As we forgive those who have thresepasssesdesded against us
And lead us not in themptetisisonsesn
Save us frome every evil
en dan nog iets
AMEN.
En zo lopen we iedere ochtend, als de morgen nog vers is maar de zon al brand, onze meditatieve wandeling, van 40 minuuten. Tot we daar waar Kanteen eindigd, en het einde van de wereld begint een gebouwtje vinden.
Dit gebouwtje is de st. Theresas Kinder Garten, van de Katholic dioces of Damongo. De meerderheid van de kinderen op deze school is islamitiesch, maar dat maakt allemaal niet uit. De grenzen van het mogelijke en het onmogelijke liggen hier heel anders. Zo zegen al deze islamitiesche kinderen iedere ochtend gewoon het christelijke gebed op, wat ze zelf niet eens verstaan. Maar zo ook passen hier makkelijk 80 koters in een klas. Er zijn hier 2 leraressen, de een geeft les aan KG1, 80 koters, en de ander aan KG2, 10 koters. Gelukkig is er nog een 3e lokaal. Dat hebben we schoon gemaakt, en daar geven wij nu les aan zo'n 25 wijsneuzen.
Wij? Geven wij les? Ja. het kan allemaal. En de kids spreken amper engels. En we hebben geen tavels, nog stoelen. Er zijn hier geen kleurtjes, en geen kleurplaten. Geen eens papier. Stukje bij beetje hebben we van de eerste ramp dagen geleerd, en geven nu heus les. We gebruiken krijt en fles-doppen. En er is een stapel met platen, zodat we ze woorden kunnen leeren; Fire-wood, Bore-hole, Guinee-worm, Po-po, Pine-apple, Don-key, Fu-fu-poun-der...
En zo schreeuwen we dan van ergens tussen 8 en 9 tot 10 uur ons de longen uit ons lijf. Dan is het break. COLLECT CHALK! GO OUT AND EAT YOUR FOOD! GO OUT AND PLAY!
En dan komen ze met hun 900 grijp-grage-cholera vingers spagetty en rijst in onze haren smeren, en onze witheid onderzoekken. En onze nagels, en beenharen en en of er misschien wel zwart onder ons rokje zit, of dat je misschien moet krabben. Neen kinderen, deze au braunies zijn echt wit.
En ja, hygiene is hier een verloren zaak. Want ze plassen en poeppen gewoon hier of daar, een beetje in het veld. Met een stukje toilet papier voor het idee. En ze eten met hun handen. En ze wassen hun handen allemaal in het zelfde teiltje en driken uit de zelfde emmer. En ook ik heb aan het einde van de pauze dorst.
En ik bid tot god en allha en buddha dat de cholera uitbraak niet deze school treft, want dan hebben ze het allemaal.
Maar ach, het knufel gehalte is hoog, en ik zou ze het liefste allemaal mee naar huis nemen. En dus raap ik ze dan maar van de grond, om ze op een mat te slapen te leggen, en trek ik vechtende kinderen uit elkaar. En droog ik hun tranen. En ze zijn al helemaal aan ons gewend. Niet meer bang voor onze witheid, en vallen in slaap op je arm.
Ovirgens: zwarte en witte babys. Ze huilen het zelfde.
Ja het is een uitputtings slag, maar iedere ochten als ik wakker word, en fast fast mijn ontbijt naar binnen werk en van Damongo naar Kanteen loop en de kinderen ons tegemoet rennen, tja. Dan kan ik niet anders dan mijn hand op hun hoofd te leggen, en te vragen hoe het met ze gaat en al die dingen.
En al die dingen. Want deze wonderlijker wezentjes, met hun wonderlijke taaltjes, en hun wonderlijke zijn, wat word er later van hun?
Who at in heaven,
Hello be thy name,
Thy will be done on earth,
As it is in heaven,
Give us this day,
Ouher daily bread,
And forgive us ouher thsrespasses
As we forgive those who have thresepasssesdesded against us
And lead us not in themptetisisonsesn
Save us frome every evil
en dan nog iets
AMEN.
En zo lopen we iedere ochtend, als de morgen nog vers is maar de zon al brand, onze meditatieve wandeling, van 40 minuuten. Tot we daar waar Kanteen eindigd, en het einde van de wereld begint een gebouwtje vinden.
Dit gebouwtje is de st. Theresas Kinder Garten, van de Katholic dioces of Damongo. De meerderheid van de kinderen op deze school is islamitiesch, maar dat maakt allemaal niet uit. De grenzen van het mogelijke en het onmogelijke liggen hier heel anders. Zo zegen al deze islamitiesche kinderen iedere ochtend gewoon het christelijke gebed op, wat ze zelf niet eens verstaan. Maar zo ook passen hier makkelijk 80 koters in een klas. Er zijn hier 2 leraressen, de een geeft les aan KG1, 80 koters, en de ander aan KG2, 10 koters. Gelukkig is er nog een 3e lokaal. Dat hebben we schoon gemaakt, en daar geven wij nu les aan zo'n 25 wijsneuzen.
Wij? Geven wij les? Ja. het kan allemaal. En de kids spreken amper engels. En we hebben geen tavels, nog stoelen. Er zijn hier geen kleurtjes, en geen kleurplaten. Geen eens papier. Stukje bij beetje hebben we van de eerste ramp dagen geleerd, en geven nu heus les. We gebruiken krijt en fles-doppen. En er is een stapel met platen, zodat we ze woorden kunnen leeren; Fire-wood, Bore-hole, Guinee-worm, Po-po, Pine-apple, Don-key, Fu-fu-poun-der...
En zo schreeuwen we dan van ergens tussen 8 en 9 tot 10 uur ons de longen uit ons lijf. Dan is het break. COLLECT CHALK! GO OUT AND EAT YOUR FOOD! GO OUT AND PLAY!
En dan komen ze met hun 900 grijp-grage-cholera vingers spagetty en rijst in onze haren smeren, en onze witheid onderzoekken. En onze nagels, en beenharen en en of er misschien wel zwart onder ons rokje zit, of dat je misschien moet krabben. Neen kinderen, deze au braunies zijn echt wit.
En ja, hygiene is hier een verloren zaak. Want ze plassen en poeppen gewoon hier of daar, een beetje in het veld. Met een stukje toilet papier voor het idee. En ze eten met hun handen. En ze wassen hun handen allemaal in het zelfde teiltje en driken uit de zelfde emmer. En ook ik heb aan het einde van de pauze dorst.
En ik bid tot god en allha en buddha dat de cholera uitbraak niet deze school treft, want dan hebben ze het allemaal.
Maar ach, het knufel gehalte is hoog, en ik zou ze het liefste allemaal mee naar huis nemen. En dus raap ik ze dan maar van de grond, om ze op een mat te slapen te leggen, en trek ik vechtende kinderen uit elkaar. En droog ik hun tranen. En ze zijn al helemaal aan ons gewend. Niet meer bang voor onze witheid, en vallen in slaap op je arm.
Ovirgens: zwarte en witte babys. Ze huilen het zelfde.
Ja het is een uitputtings slag, maar iedere ochten als ik wakker word, en fast fast mijn ontbijt naar binnen werk en van Damongo naar Kanteen loop en de kinderen ons tegemoet rennen, tja. Dan kan ik niet anders dan mijn hand op hun hoofd te leggen, en te vragen hoe het met ze gaat en al die dingen.
En al die dingen. Want deze wonderlijker wezentjes, met hun wonderlijke taaltjes, en hun wonderlijke zijn, wat word er later van hun?
donderdag 14 april 2011
Camera's
Aaaaaah!!
Help.
Al die camera's!
Ze klieren mij.
Ze zeggen dat ik foto's moet maken.
Van dingen.
Ik houd er helemaal niet van om foto's te maken.
Van dingen.
Want wat, vrienden en vriendinnen van het goede leven,
Is nu de zin van een FOTO?!
vrijdag 8 april 2011
Trotro.
O god o god, denk ik soms.
Hoe lekker het eigenlijk is om s'avonds over straat te lopen.
Met de honden, en muziek in mijn oren.
Eigenlijk net te koud gekleed, maar te ijdel om me warmer te kleden.
Terwijl niemand me ziet, en niemand er om zou geven.
In mijn schattige kleine lieve mooie dorpje.
Met een beat in mijn oren.
Dat ik me helemaal de man voel.
De man van de staat.
En o god, god,
Een lekkere warme douche.
Dat het lekker is, de warmte.
Dat je de warmte in je opslaat.
En er weer even tegen kunt.
O god, o god
De keren dat ik zo moe uit de trein stapte.
En dan ook nog een keer de kou over me heen kreeg.
Als ik daar al lang geen zin meer in had.
Maar als ik dan toch aan fietste,
En de muziek mijn hoofd binnen gleed,
En de sterren en de regen en de sneeuw.
En dat het allemaal zo mooi was.
Dat ik bijna thuis aangekomen, er nog lang niet wilde zijn.
En god. o god.
Hoe we op straat konden zitten.
Tussen al het beton en de snelweg.
De straat stenen waar we zo van houden.
En het dak van de ijselhallen dat ons altijd facineerd.
Dat we mattrassen en dekens naar buiten sleepten.
Eigenlijk net te koud.
Lekker in het zonnetje.
Dat de zon lekker is.
Dat je je vast klamt aan zijn warmte.
God.
Dat we samen tussen de witte lakens kruipen.
Dat onze lijven elkaar vinden.
En dat er woorden nog blikken nodig zijn,
om koffie en melk te mengen.
Dat we samen de kou trotseeren.
En het heet maken.
En niet meer los laten tot het niet anders kan.
En o god o god.
Nu moet ik huilen.
Maar dat maakt allemaal helemaal niet uit.
Want al het zweet en alle tranen vermengen zich met elkaar.
Want ik heb hier minder been ruimte dan ik ooit zou kunnen beschrijven,
En deze trotro is krakkemikkiger dan je je ooit zou kunnen voorstellen.
En er passen meer zwarte mensen in dan je je ooit voor mogelijk zou houden.
Dus we zijn met zijn allen een geworden.
En we dansen de zelfde dans, over deze hobbelige weg.
En we delen het brood, en de
En het duister is gevallen, en we hopen maar dat er geen rovers zijn vanacht.
En, en, en, en alles.
En boven al,
wat ik eigenlijk wilde zeggen:
het is hier zo onbeschrijfbaar, onvoorstelbaar, onmogelijk
W A R M
vrijdag 1 april 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)